Wilde kievitsbloem
Eén van onze mooiste bolgewasjes is de wilde kievitsbloem (Fritillaria meleagris). Haar hangend, geblokte kopje aan een ragfijn steeltje steekt sierlijk boven het jonge gras uit.
Op één van de landgoederen waar wij met het Landschap Onderhoud
Project komen, groeit ze als stinzenplant bij een kikkerpoeltje. Door
ons extensief maaibeheer (1 tot 2x per jaar maaien en afvoeren) voelt
zij zich hier prima thuis.
Kievitsbloemen worden bestoven door
aardhommels. De zaden bevatten luchtholtes, zodat deze zich ook via het
water kunnen verspreiden. Eenmaal gekiemd, doet het plantje er ongeveer 8
jaar over om tot bloei te komen. De kievitsbloem voelt zich het beste
thuis in vochtige hooilanden op de grondovergang van (zee)klei-op-veen
naar veen.
De kievitsbloem komt van nature voor in centraal
Europa. In Nederland kwam deze soort altijd al weinig voor, maar toch
kon ze plaatselijk algemeen zijn. Ze is als wilde plant sterk achteruit
gegaan en op veel plaatsen verdwenen. In Overijssel zijn nog de meeste
exemplaren te vinden. Als stinzenplant komt het bolgewasje op een aantal
landgoederen in Nederland voor. De kievitsbloem wordt sterk bedreigd en
is sinds 1973 in het hele land beschermd. Toch worden nog steeds
vindplaatsen door overbemesting, ontwatering en bebouwing vernietigd.